Algemene afwijkingen

Van nature zijn paarden gewend om de hele dag door kleine hoeveelheden te eten. Tegenwoordig is het rantsoen van een paard natuurlijk anders, wat ook invloed op de werking van de kaken en dus het gebit heeft. Het ruwvoer van tegenwoordig, veelal voordroogkuil, is zachter. Hierdoor slijt het gebit vaak niet genoeg op natuurlijke wijze, met haken en scherpe punten als gevolg. Dit kan gevolgen hebben voor het paard bij het eten of rijden. Welke algemene afwijkingen aan het paardengebit kunnen ontstaan en welke afwijkingen kan een paardentandarts vaak goed verhelpen?

Tandsteen

Net als bij mensen kunnen ook paarden last hebben van tandsteen. Om ontstoken tandvlees te voorkomen is het raadzaam om dit tandsteen te verwijderen. Bij het mannelijk dier zie je het vaak rond de ruinen- of hengstentanden.

Hangend rooster

Bij het jonge paard welke aan het wisselen is, zien we soms dat het zachte gehemelte gezwollen is. Dit is niet ernstig en zeker geen gebrek aan vitamines of mineralen. Het gaat over het algemeen vanzelf over.

Wolfskiezen

Wolfskiezen kunnen soms flinke pijn veroorzaken. Dit zijn kleine en vaak scherpe kiesjes die voor of tegen de eerste boven- en/of onderkies van je paard aan liggen. In sommige gevallen zitten deze nog verborgen onder het tandvlees, waardoor ze lastig te herkennen zijn. Wanneer een bit hier tegenaan komt is dit vanzelfsprekend erg pijnlijk. Deze zogenaamde blinde wolfskiesjes zitten meestal alleen in de bovenkaak, maar in enkele gevallen kan deze ook in de onderkaak van een paard zitten. Na overleg met de eigenaar worden wolfskiesjes vaak verwijderd onder een extra lokale verdoving.

Blinde wolfskies

Doppen

Wanneer de wortelpunten van de melkkies/tand nog niet zijn opgelost, kan deze als een dop bovenop de blijvende kies of tand blijven zitten. Vaak vallen deze doppen er vanzelf af. Wanneer dit niet gebeurt, kan zo’n dop de wangen, tong of het verhemelte van een paard beschadigen. De paardentandarts zal deze ‘rijpe’ doppen verwijderen. De meeste paarden wisselen tussen de leeftijd van tweeëneenhalf en vijf jarige leeftijd. Lees hier meer over doppen.

Doppen

Haken

Doordat het gebit tegenwoordig niet voldoende slijt door het kauwen van voedsel, kunnen haken ontstaan. Haken zien we regelmatig aan de voorzijde van de eerste kiezen van de bovenkaak en/of aan de achterzijde van de laatste kiezen van de onderkaak. Als een paard zowel haken boven op de eerste kiezen heeft als haken beneden op de onderste kiezen, dan heeft dit gevolgen voor de nageeflijkheid van het paard. Als een paard aan het bit loopt, dan schuift de onderkaak automatisch een stukje naar voren. Dit heeft met de specifieke anatomie van het kaakgewricht te maken. Deze beweging wordt geblokkeerd bij een paard met haken. Om de van nature aanwezige beweging van de onderkaak toch mogelijk te maken, zal het paard zijn mond openen. Een reactie van de ruiter op het openen van de mond is vaak om de neusriem iets strakker te doen. Als dit paard aan het bit loopt, dan zal dit onaangename druk in zijn kaakgewrichten geven. Om aan deze druk te ontkomen, kan het paard bijvoorbeeld met zijn hoofd gaan schudden of met zijn tong gaan klieren. Een ander gevolg van (scherpe) haken zijn wondjes van het wangslijmvlies, de tong of de lagen. Lees hier meer over haken.

Scherpe emaillepunten

Deze scherpe punten vinden we aan de buitenzijde van de kiezen van de bovenkaak en aan de binnenzijde van de kiezen van de onderkaak. De punten aan de bovenkaakskiezen geven het vaakst problemen in de vorm van vervelende wondjes van het wangslijmvlies. Dit komt doordat het bakstuk van het hoofdstel aan de buitenzijde van het hoofd precies daar druk geeft, waar aan de binnenzijde in de mond de scherpe punten zich bevinden. De scherpe emaillepunten die we aan de kiezen van de onderkaak zien, geven minder vaak problemen. Maar als ze zeer uitgesproken aanwezig zijn, dan geeft dat zweren aan de tong. Hierdoor zal het paard onrustig met zijn tong zijn tijdens het rijden.

Diastase

Een diastase is een ruimte tussen de individuele kiezen. In deze ruimte gaat voer zitten en zeker bij het voeren van voordroogkuil zorgt dat voor ontstekingen. Diastasen kunnen op alle leeftijden voorkomen, zelfs al bij jaarlingen. Het vaakst zien we ze bij enters en twenters. Het probleem valt vooral op als ze weer op stal komen na de weideperiode. Ze gaan dan binnen 1-2 weken proppen maken van de voordroogkuil. Naast het schoonmaken van de ruimtes en het uitbalanceren van het gebit is een voedingsadvies erg belangrijk in het behandelen van de diastasen. Lees hier meer over diastasen.

Gebroken kies

De vierde kies komt al door op de leeftijd van een jaar en is dus de oudste kies. Vaak ontstaat door een verkeerde afslijting een verhoogde druk op een deel van de kies waardoor er makkelijk breuken in de lengte richting ontstaan. Vaak vinden we dit als toevalsbevinding, het paard heeft er dus niet altijd zichtbaar last van.

Naast dit overzicht van algemene afwijkingen aan het paardengebit zijn er natuurlijk nog andere klachten, maar deze komen over het algemeen minder vaak voor.

Gefractuurde kies